‘Ik ben op de smalle weg!’

‘Ik ben op de smalle weg!’

Het is 3 januari en we genieten van de kerstvakantie. Het is lang geleden dat we als gezin Tsiombivohitra hebben bezocht en nu hebben we de tijd. Iaban’i en nendrin’i Melice, de koning van het dorp en zijn vrouw, weten dat we komen en hebben zich voorbereid: bij het vuur ligt al een gebonden kip klaar. ‘We blijven toch zeker eten?!’ Het is echt genieten bij hen: we krijgen allemaal—de kinderen ook—een kop koffie met suikerrietsap en we kletsen gezellig bij.

Tsiombivohitra is ‘ons eerste dorp’. Toen we hier in 2016 voor het eerst als gezin kwamen hebben we gevraagd of we als zendelingen bij hen welkom zouden zijn. We legden uit dat we ook vrienden nodig zouden hebben. Er volgde luid geroezemoes en daarbovenuit verklaarde nendrin’i Melice luid en duidelijk dat we vrienden zouden zijn. Ook toen al straalde ze: er was meteen een klik.

De mensen uit Tsiombivohitra hebben sindsdien veel geduld moeten hebben: na ons bezoek in september 2016 moest eerst ons huis gebouwd worden. In februari 2017 konden we erin. De eerste tijd waren we, behalve met het leren van het dialect en de plaatselijke cultuur, veel tijd kwijt met praktische probleem en leren hoe hier te leven. Het contact met Tsiombivohitra hielden we warm, maar van Bijbelverhalen vertellen kon nog geen sprake zijn, omdat de verhalen nog niet in het dialect waren vertaald. Tot ons eerste verlof in oktober 2017 was daarvoor 8 maanden de tijd.

In april 2018 waren we weer terug in ons huis in Maroamboka. Een van de eerste dingen die Jurgen oppakte was het contact met Tsiombivohitra. Vanaf mei vorig jaar ging Jurgen daar wekelijks heen om in het huis van de koning en zijn vrouw het evangelie te delen met wie maar horen wilde. Van meet af aan was met name nendrin’i Melice zeer geïnteresseerd. Haar man bevestigde de vriendschapsband door samen met Jurgen van hetzelfde bord te eten en uit dezelfde beker te drinken. Een andere keer zat de hut stampvol met dorpelingen.

Maar toen kwam eind juni: de koning en zijn vrouw waren niet thuis. In juli was er af en toe een enkeling die kwam luisteren, maar in augustus was het dorp leeg! We begrepen er niets van. Waar was iedereen? Het antwoord: naar de markt. Dat maakte het voor ons niet duidelijk. Naar de markt gaan is leuk, maar er was toch een afspraak? En Jurgen moest er 7 km heen en 7 km terug voor lopen in de brandende zon! We deelden onze frustraties met vrienden. Iedereen leek het de normaalste zaak van de wereld te vinden dat Tsiombivohitra leeg was op marktdag. Uiteindelijk werd ons duidelijk dat de markt vooral een sociale aangelegenheid is: daar moet je heen. We hebben ons dus maar bij de koffiemarkt neergelegd en het seizoen afgewacht. De koffie-oogst en de bijbehorende markt duurden nog tot eind november. Gelukkig ging het werk in andere dorpen ondertussen door.

Na 5 maanden pauze was het spannend de bezoeken aan Tsiombivohitra weer op te pakken: betekende hun keuze voor de markt desinteresse of was het puur een culturele aangelegenheid? Al snel werd duidelijk dat Jurgen—met Bijbelverhalen—nog steeds welkom was. De derde keer was het verhaal over de smalle en de brede weg aan de beurt, het moment in de verhalenreeks waarop mensen een keuze wordt voorgehouden. Nendrin’i Melice gaf daarop aan dat ze Jezus wilde volgen. Jurgen heeft toen uitgelegd dat het leven van een gelovige moeilijk is en dat het offers vraagt. Hij heeft haar aangeraden er goed over na te denken en gezegd wat ze zou kunnen bidden als ze door wilde zetten. De weken daarop heeft hij het verhaal herhaald, ook vanwege nieuwkomers.

Zo ook op 3 januari. Jurgen legt uit wat de 2 wegen zijn als nendrin’i Melice uitroept: ‘Ik ben op de smalle weg!’ Ze ziet zielsgelukkig en voegt later toe: ‘Ik ga naar de hemel!’

In een privégesprek vertelt de koning later dat hij en zijn vrouw nu geloven, maar dat het moeilijk is. Van een koning wordt veel verwacht en daar komt bij dat hij de jongste is van 2 koningen in het dorp. De oudere koning—tevens toverdokter—moet worden gerespecteerd. Ze beginnen nu al te ervaren dat geloven wandelen op een smalle weg is, maar het geluk is te lezen in hun ogen. Een mooier Kerstcadeau hadden we ons niet kunnen wensen dan die ochtend in Tsiombivohitra te zijn.

Facebook fondsenwervings actie auto

Facebook fondsenwervings actie auto

NB.: Deze actie is inmiddels met goed gevolg afgelopen!

Voor wie ons nog niet kent: Wij zijn Jurgen en Katja Hofmann en samen met onze vijf kinderen wonen we in Maroamboka, Madagaskar. Maroamboka is een afgelegen dorp in het zuid-oosten van Madagaskar midden in het gebied van de Antanala. De Antanala leven onder moeilijke omstandigheden en moeten rondkomen van soms minder dan 0,75 Euro per dag.

Het is onze passie om de Antanala (de bevolkinsgroep in ons gebied) bekend te maken met het goede nieuws van Jezus Christus. Dit doen we door Bijbelverhalen te vertalen in het dialect van de Antanala. Naast evangelisatie proberen we ook de leefomstandigheden van de mensen te verbeteren. Zo hebben we in 2017 kunnen bijdragen aan schoon water voorzieningen en een algemene bewustwording van het belang van goede hygiëne.

Het gebied is zeer moeilijk te bereiken. De wegen zijn zeer slecht en ondanks dat we een sterke 4×4 auto hebben is het soms onmogelijk om het gebied in of uit te komen. Na een jaar in dit gebied gewoond te hebben zijn we tot de conclusie gekomen dat de auto enkele aanpassingen kan gebruiken. Deze aanpassingen maken het reizen een stuk eenvoudiger en niet geheel onbelangrijk, veiliger.

Deze aanpassingen kosten het nodige geld. Aanpassingen aan tereinwagens zijn niet goedkoop op Madagaskar. Daarom deze fondsenwerfings actie via Facebook.

Het is onze hoop dat we op deze manier genoeg giften mogen ontvangen voor de aanpassingen. Het zal de Antanala mensen enorm helpen!

Ga naar de Facebook fondsenwerfings pagina

 

Uitnodiging Lunchbijeenkomst

Uitnodiging Lunchbijeenkomst

We zijn inmiddels ruim 2 maanden in Nederland en genieten met volle teugen. Toch zijn we rustig aan alweer de eerste koffers aan het pakken met schoolboeken, apparatuur, kleding, enz. Ons vertrek komt al dichterbij. Maar eerst … hebben we natuurlijk ontzettend veel te vertellen en te laten zien over ons werk op Madagaskar. U bent dan ook bij deze van harte uitgenodigd voor een

LUNCHBIJEENKOMST

op zondag 11 februari a.s. vanaf 12:00 uur
in het kerkgebouw van de Evangelische Gemeente ‘De Ambassade’aan het Nieuwe Kerkplein 2 te Den Helder.

Als u voor uzelf een stapel belegde boterhammen meeneemt, zorgen wij voor een dampende kom soep erbij. Rond 12:15 uur beginnen we de bijeenkomst met de première van ons nieuwste video: een rondleiding door ons huis in Maroamboka, gevolgd door een presentatie. Om ongeveer 13:15 uur willen we het formele gedeelte van de bijeenkomst afsluiten met een vragenronde. Na afloop is er nog gelegenheid tot ontmoeting onder het genot van een kop koffie of thee.

Kinderen zijn van harte welkom, maar er is geen kinderopvang. We doen ons best om de presentatie ook voor hen interessant en begrijpelijk te maken.

We zien uit naar uw komst!

TRAILER: Een rondleiding door ons huis

 

Van balen naar bemoediging

Van balen naar bemoediging

augustus 2017

Op vrijdagmiddag 9 juni zeiden we tegen elkaar: ‘Wat fijn dat we Anna (een collega) vanochtend hebben kunnen wegbrengen, want met deze regen komen we hier voorlopig niet weg. Er moet nu niks gebeuren.’ Die nacht werd Jurgen opgeschrikt door een zeer hevige pijn in buik en rug. Toen daar ook nog symptomen van darmobstructie bijkwamen hakten we – samen met bevriende artsen – de knoop door en hebben Jurgen per helikopter uit ons gebied laten evacuëren naar een ziekenhuis in de hoofdstad.

Een halve week later werd Jurgen uit het ziekenhuis ontslagen. De pijn en overige symptomen bleken veroorzaakt door nierstenen, waarvan de grootste operatief door de arts was verwijderd. Na een week aansterken bij een vriend kwam Jurgen, nog steeds vermoeid en wat vermagerd, weer thuis in Maroamboka. Na een paar weken was hij weer fit en had veel zin om weer aan de slag te gaan met het vertalen van bijbelverhalen in het Tanala.

Voor de vertalingen zijn we echter afhankelijk van Menja, de schoolmeester van Maroamboka. Hij spreekt zowel officieel Malagasy (wat wij in de hoofdstad hebben geleerd) als het Tanala dialect. Hij vertaalt voor ons de verhalen uit het Malagasy in het Tanala, om het daarna uitgebreid met Jurgen door te nemen op inhoud, uitspraak, begrijpelijkheid enzovoort. Net toen Jurgen beter was, had Menja het erg druk met het afronden van het schooljaar en daarna werd hij ziek.

Toen we half juli nog maar een week te gaan hadden voor vertrek naar Tana om nieuwe voorraden en papierwerk zonk de moed ons een beetje in de schoenen. Voor ons gevoel hadden we de afgelopen maanden maar weinig bereikt. Tegelijkertijd merkten we aan onze vriend Menja dat hij – hoewel redelijk hersteld van ziekte – ook neerslachtig was. Hij vertelde dat hij al 7 maanden geen loon had ontvangen en daardoor geen geld had om zijn familie te bezoeken.

Hoewel Menja daar eigenlijk niet van wilde weten, stelden we hem toen voor de rest van de verhalenset (totaal 40 verhalen!) alvast te vertalen tegen loon. Na uitgebreid praten spraken we af dat hij geen loon zou krijgen – hij doet het immers graag! – maar een kado voor ieder verhaal dat hij zou vertalen. We werden het gauw eens over de grootte van het kado. De volgende dag al had hij 15 verhalen vertaald en ingesproken op mobiele telefoon. De ochtend dat we vertrokken bracht hij nog de overige verhalen. Hij liet er geen gras over groeien! Zo gingen we heel bemoedigd van huis, met een kostbare schat van 40 bijbelverhalen in het Tanala. Nog de volgende dag is Menja vertrokken naar zijn ouders – iedereen blij en tevreden!

Hoe  lossen we dit op?

Hoe lossen we dit op?

30 mei 2017

Inmiddels wonen we dus op de plaats van bestemming: Maroamboka. We zijn gezegend met een mooi huis waarin genoeg ruimte is om de kinderen te kunnen onderwijzen en om ons als gezin even terug te kunnen trekken.

Het gehele huis is gebouwd van hout. Het dak is van golfplaten en de vloer is volgestort met beton. In de hoofdstad, Tana, hadden we al een zonnepaneel systeem gekocht dus hebben we ’s avonds zelfs licht en kunnen we onze apparatuur opladen. Naast het huis staat een regenton van 500 liter. Dat lijkt heel wat maar met een gezin van zeven ben je daar toch vrij snel door heen. Gelukkig zouden we ‘officieel’ ook water in huis hebben doormiddel van een aansluiting op de waterpomp welke 10 meter van het huis af staat. Officieel? Ja, dat heeft wat uitleg nodig.

Toen we hierheen verhuisden zaten we midden in het regenseizoen… alleen was er nog geen druppel gevallen. De regenton stond droog en wat bleek? De waterpomp deed het ook niet. Dus moesten we met jerrycans naar een pomp welke het wel deed. Van de vijf pompen in het dorp deed alleen de verste het. Ja, er kwam water uit, heeeel langzaam. Daarbij kwam ook nog het probleem dat de verste pomp echt ver weg is en de weg er naar toe glad en moeilijk. Ook deze pomp stond vaak droog. Jurgen is al verschillende keren met de auto vol jerrycans op pad gegaan om elders water te halen. Ook dit lijkt weer makkelijker dan gezegd. Dat elders was namelijk zo’n 5 kilometer verderop en niet naast de weg. De auto moest geparkeerd worden en vervolgens met de jerrycan in de hand moest Jurgen verschillende rijstvelden door. Achter de rijstvelden moest hij een berg opklauteren naar een plek waar een waterstroom ontspringt. Dat water is schoon en zou in principe niet gefilterd hoeven worden. De weg er na toe was echter glad en gevaarlijk, vooral met 20 liter water op je schouders. Als je zo elke dag het huishouden moet voorzien van water kom je er snel achter wat je verbruikt.

Het was dan ook heel vervelend voor Katja dat Jurgen terug naar Tana moest voor de autopapieren. Iedereen letterlijk op waterrantsoen en op zoek naar hulp. Er werd een jongen gevonden die het water wel wilde halen. Katja betaalde hem hetzelfde loon als in Tana (wat hier rijkelijk is). Dit maakte echter niet dat de jongen gemotiveerd was, hij haakte al snel af. Katja en de kinderen moesten dus weer zelf sjouwen. Niet leuk want water wordt dan een last: Niet zo veel gebruiken bij de afwas en na de afwas het water opvangen voor de wc; wassen met maximaal twee schepels water; De wc alleen door laten spoelen door pappa of mamma (en dan alleen als we afvalwater hebben) en ga zo maar door.

Na een week kwam Jurgen weer terug en de regenbuien achtervolgde hem. Het viel met bakken uit de lucht. De regenton vulde zich en de zorgen waren even voorbij. Maar hoe gaan we hier nu mee om? Straks als er geen regen meer valt, gaan we dan weer sjouwen?

We begonnen links en rechts in het dorp te vragen waar het probleem zou kunnen zitten. Iedereen had zo zijn eigen idee en we schoten er niets mee op. We vertelde de mensen dat een dorp van dit voormaat (ongeveer 500 mensen) schoon water moest hebben omdat men anders ziek zou worden. Tja, daar waren de mensen het wel mee eens. Maar het antwoord op de vraag wat ze zouden doen als de laatste pomp ook zou ophouden schokte ons: “Dan halen we water uit de rivier of uit het dorp verder op.” Het water uit de rivier is niet te drinken. Het stroomd door diverse gebieden waar men van alles en nog wat in het water dumpt en dan hebben we het nog niet over de parasieten.

Die week kwam onze contact persoon ook weer in het dorp. Hij wist van het probleem. Hij wist ons ook te vertellen waar de pompen en pijpen kapot waren. Het zou wel veel geld kosten om het te repareren, ongeveer 500.000 Ariary (ongerekend € 150,–). Dit is een enorm bedrag voor de mensen hier maar voor ons is het te doen.

Nu is het heel makkelijk om even een goede loodgieter te halen en alles even zelf te regelen. Verstandig is het niet. De verandwoordelijkheid licht namelijk niet alleen bij ons en we willen ook niet gezien worden als de grote blanke geldschieters. Ons voorstel was dat wij de materialen zouden betalen en de dorpelingen de loodgieter. Dit moest natuurlijk wel via de officiele weg dus vroegen we onze contactpersoon om dit te bespreken met de President van de Fokantany (een soort burgemeester van een groter gebied). De president vond het een prima voorstel en organiseerde gelijk een dorpsbijeenkomst. Jurgen werd er bij geroepen en moest naast de president in het midden staan.

De president had er duidelijk de wind onder! Hoe het nu toch kwam dat dit probleem al zo lang bestaat en dat het een vazaha (buitenlander) moest zijn die aan de bel trok. Ja, ging hij verder, de vazaha had al aan velen gevraagd wat het probleem was en niemand had hem goed antwoord gegeven. Nu was de vazaha naar hem toe gekomen om het probleem te bespreken (de contactpersoon was in onze naam gegaan). Waarom maakte de vazaha zich wel zorgen om de gezondheid van de mensen maar de mensen zelf niet? En zo ging hij 20 minuten door…

Hierna vertelde hij over ons voorstel om de materialen te betalen. Dit zorgde voor applaus… Maar! zei hij, jullie zullen zelf de loodgieter moeten betalen want het is niet de verandwoordelijkheid van de vazaha alleen. De oplossing was simpel. Omdat de mensen waarschijnlijk toch niet genoeg zouden geven om de loodgieter te betalen zou de president iedereen gaan belasten voor 200 Ariary (€ 0,06) per maand. Net zo lang totdat het loon van de loodgieter is afbetaald. Men kon zich er wel in vinden en zo werd het afgesproken.

Tot slot werd Jurgen nog gevraagd om het een en ander te zeggen. Hij vertelde hoe belangrijk schoon water is en hoe ziek je kan worden van slecht water. Ook dat één pomp écht onvoldoende is voor zo veel mensen. Wederom applaus. De president vertelde Jurgen dat hij nu wel mocht gaan zodat hij de vergadering kon afsluiten.

Inmiddels zijn we drie maanden verder. Onze contactpersoon moest in de hoofdstad zijn. Daar heeft hij gelijk, in overleg met de loodgieter, materialen gekocht. En jawel! In het weekend van 20/21 mei zagen we de loodgieter, op de fiets, het dorp binnenrijden. De week ervoor waren alle materialen geariveerd dus hij kon gelijk aan de slag. Systematisch ging hij alle pompen af en werden ze voorzien van nieuwe kranen en pijpen. Wat wij niet wisten was dat in Maroamboka-ambony (het deel van het dorp dat boven op de berg gebouwd is) de pompen ook nodig onderhouden moesten worden. Het is intreressant om te zien hoe hier dingen gerepareerd worden. In Nederland wordt er even een hoofdkraan uitgezet. Hier niet, hier worden kranen en aansluitingen verwisseld met de volle waterdruk nog op de pijpen… lekker verfrissend!

Inmiddels zijn we een dikke week verder en is het al een week rustig in huis. Geen gesjouw met water en mogen ons verblijden met stromend water voor de bijvoorbeeld de afwas en wasruimte. Ook de mensen in het dorp zijn erg blij. Iedereen heeft nu een werkende pomp in de buurt van zijn/haar huis. Elke ochtend en avond horen we het vrolijke geluid van pratende mensen die op hun buurt wachten om zich bij het lekkere koude en schone water van de pomp te wassen. We zijn blij dat het probleem is opgelost en dat we nu onze tijd aan andere dingen kunnen besteden. God is goed!


Bezoek en Cadeautjes

Bezoek en Cadeautjes

25 mei 2017

Wat een verrassing toen AIM-Nederland ons een bericht stuurde dat één van heen ons zou komen bezoeken. Gerla van Zandwijk was dé aangewezen persoon om ons te bezoeken. Zelf heeft ze 5 jaar op Madagaskar gewerkt als zendelinge en zou zo gelijk een mooie gelegenheid hebben om, naast ons, ook vroegere vrienden te bezoeken.

Na heel wat berichten heen en weer besloten we dat Jurgen haar in de hoofdstad zou ophalen. We hebben goed gekeken wat we allemaal zouden kunnen doen in Tana want het is te ver om er geen gebruik van te maken. In iedere geval verse groenten! Tana heeft het voldoende. Daarnaast nog meer hout om in en rond het huis nieuwe klussen te klaren. Een algemene controle van de auto en een ritje dokter voor Jurgen die al weken last had van ontstekingen. De tijd zou goed benut worden… Maar zo ver was het nog niet!

Gerla bracht de maand voor vertrek eerst nog een bezoek aan onze kerk ‘de Evangelische gemeente de Ambassade’. Ons thuisfrontcomité wilde dit bezoek benutten door mensen de mogelijkheid te geven om wat mee te geven voor de Hofmannen. Nou, dat hebben ze geweten. Naast de verschillende artikelen die we zelf al aan Gerla gevraagd hadden om mee te nemen, raakte Gerla met een tas van 25(?!) kilo naar huis. Of ze het even mee wilde nemen naar Madagaskar. Men had haar laten weten dat eventueel overgewicht vergoed zou worden. Gelukkig was men Gerla goed gezind op het vliegveld en mocht ze de te zware koffers gewoon inchecken.

In Tana ontmoette Jurgen en Gerla elkaar en afgesproken werd om 16 mei af te reizen naar Maroamboka. De rit moest een dag uitgesteld worden omdat de auto toch wat kleine reparaties nodig had. Onder ander de linker achterrem werkte niet goed. Op Madagaskar zijn twee dingen heel belangrijk: een goede claxon en goede remmen. Ze vertrokken op 17 mei om 03:30 in de ochtend om vervolgens om 17:00 ‘s middags aan te komen.

De kinderen hadden al snel in de gaten dat er een heel grote tas in de auto stond. Tussen alle dozen met groenten en andere spullen weten ze zo’n tas toch wel heel snel te ontdekken. De volgende dag was er dezelfde soort spanning als er in huis hangt in aanloop op Sinterklaasavond. Wat een feest om alles te mogen uitpakken. Stiften, chocolade, snoep, brieven, kaarten, speelgoed, orange-brillen en t-shirts en ga zo maar door! Waar te beginnen? Eerst chocolade eten of eerst spelen… of misschien allebei tegelijk? Het was een groot feest!

Samen met Gerla zijn we het dorp in gegaan om haar voor te stellen. Het was zo mooi om te zien dat de mensen, die voor een jaar geleden nog zo bang voor ons waren, Gerla tegemoet liepen om haar welkom te heten. Gerla sprak nog een aardig woordje Malagasy en dat werd met blijdschap ontvangen. Maar tjonge! Wat is die vrouw groot! Ja, dat was wel het nieuwe praatje in het dorp. Dadan’i Vanya (Jurgen) had het wel van te voren verteld maar om het zelf te zien was een hele belevenis. Maar wacht eens even. Die blanke vrouw is niet alleen lang, ze is ook nog sterk. Gerla was namelijk met Jurgen mee gegaan om water te halen en droeg een jerrycan van 20 liter mee terug naar huis.

Op zondag 21 mei ging Gerla weer weg. Nou dat was wel kort vond men en er werd dus meerdere keren gevraagd of ze het niet leuk en mooi vond in Maroamboka. Nee dat was het niet, konden we de mensen verzekeren. Gerla heeft alleen wel heel veel vrienden op Madagaskar en die moeten natuurlijk bezocht worden. Een nuchtere opmerking was dat het dan niet echt vakantie voor haar was met al dat gereis.

Inmiddels is Gerla weer terug in Tana en heeft nog de nodige bezoekjes af te leggen. We zijn verwend met haar bezoek en de enorme aandacht die we vanuit de kerk hebben gekregen. Het doet goed om te merken dat we niet alleen staan. Iedereen heel erg bedankt!

Zeven weken Maroamboka

Zeven weken Maroamboka

Op het moment van schrijven zijn we net een week terug in ons nieuwe huis. We waren twee weken weg om in de hoofdstad papierwerk te regelen voor de auto en voor onze visa en residentiekaarten. De laatste hebben we op zak, alleen het officiële eigendomsbewijs van de auto heeft nog heel wat voeten in de aarde. Maar dat is een ander verhaal. Hoe zijn we de eerste zeven weken Maroamboka doorgekomen en hoe hebben we het ervaren?

Attractie Hofmann

Het viel natuurlijk te verwachten: de eerste drie weken verzamelde zich dagelijks een grote troep kinderen voor ons huis om te zien wat de ‘vazaha’ (blanke buitenlanders) vandaag zouden doen. Op wandelingen werden we steevast overal gevolgd en de mensen leerden snel onze namen. De namen van de kinderen zijn voor de Tanala prima uit te spreken, maar Jurgen is ‘dadan’i Vanya’ (vader van Vanya) en Katja ‘maman’i Vanya’. Inmiddels is de eerste nieuwigheid eraf en voelen we ons steeds minder circusartiesten.

Nieuwe vrienden

Naar vrienden hebben we niet hoeven zoeken. We kenden natuurlijk Sylvestre al, die aan AIM een stuk van zijn land heeft afgestaan ten behoeve van ons huis. We eten regelmatig samen. We mochten ook kennismaken met de president van de fokontany, een soort hoge gemeenteambtenaar in het gebied rond Sandrohy, waar Maroamboka onder valt.

Een waar geschenk is de vriendschap met maman’i Prisca, onze overbuurvrouw. Vanaf onze aankomst heeft ze zich opgesteld als onze vriendin. Ze schonk ons zelfs een kip, een traditioneel maar kostbaar welkomstgeschenk. Ze helpt ons met inburgeren en over en weer wisselen we eten en kennis uit.

Dan is er nog Menja, de plaatselijke onderwijzer. Hij woont op het erf van maman’i Prisca en heeft gezegd dat hij ons graag wil helpen met het vertalen van bijbelverhalen in het Tanala. Met Jurgen heeft hij al één van de dorpjes, waarop we ons richten, bezocht.

Nieuwe uitdagingen

Wat hadden we graag gewild dat het in orde was: stromend water. Helaas staat er geen druk op de pomp vanwaar een leiding naar ons huis loopt. We moeten dus heel zuinig zijn met water en als het regent zetten we alle zeilen bij om zoveel mogelijk water uit opvangbakken in jerrycans over te gieten zodat we het niet 400 meter verderop bij de pomp hoeven te halen. Die pomp is lastig te bereiken en doet het ook niet altijd. We gebruiken nu het waswater uit de wasmachine om het toilet mee door te spoelen (iedere keer 12 liter!) en we dragen onze kleding meerdere dagen.

En toen was daar in maart eindelijk regen, een cycloon zelfs. Het huis bleek behoorlijk lek. De vloerdelen van de verdieping liepen door naar buiten en als daar lang genoeg regen op valt stroomt het naar binnen en gaat het beneden regenen. Een paar gaten in het dak zijn gelukkig inmiddels dichtgeroest en we zoeken nog naar een oplossing om de verbinding met de verdieping dicht te krijgen zonder de ratten gelegenheid te geven daar nesten te bouwen.

Ratten dus. Wat een vernielers! Tot nu toe hebben ze behalve in ons eten de tanden al gezet in zeep, dekens, kussens, kleding, bakvormen, plastic boterkuipjes, speelgoedpijlen, ballen, pittenzakken, boeken en hout. Vanya heeft weliswaar een jong poesje gekregen, maar het jagen op ratten moet ze nog leren. Intussen bouwt Jurgen een rat-vrije kast onder de trap voor ons verse voedsel en zetten we vallen.

Uitgebreide begroetingen

Als Nederlanders vinden we het al heel wat als we op straat vreemden begroeten met een vriendelijke blik, knik of zelfs korte groet. Nou, dat vindt men hier maar ‘fomba ratsy’ – een slechte manier van doen. Nee, begroeten gaat uitgebreid en daar zijn formules voor die we druk aan het leren zijn. Minimaal vraag je hoe het met de ander gaat, of er nieuws is en druk je uit dat je het fijn vindt de ander weer te zien. Dat mag overigens wel in het voorbijgaan en lekker luidruchtig. Het is dan ook vaak een kakofonie van begroetingen in het dorp. Afscheid nemen is een stuk korter. Iets in de trant van ‘Ik ga weer’ volstaat.

Ver weg

Dat we ver van Nederland zijn wisten we al. Toch ervaren we de afstand nu een stuk intenser: het besef dat het alleen al anderhalf tot 2 uur duurt voordat we op een normaal begaanbare weg zijn, de trage internetsnelheid en de afwezigheid van een postbedrijf hier maken dat we ons af en toe ‘in the middle of nowhere’ voelen. Het maakt ons extra dankbaar voor de sterke auto waarmee we kunnen reizen, de smartphones die we afgelopen najaar hebben gekregen en de brieven en pakketjes die nog steeds in de hoofdstad voor ons aankomen.

Al met al …

hebben we het de eerste periode best zwaar gehad met alle nieuwe indrukken en aanpassingen in leefomstandigheden. Maar het is de moeite meer dan waard. We merken dat God ons de weg heeft gebaand en zijn blij te weten dat er zoveel mensen in Nederland en elders achter ons staan. Hoewel dus misschien wat minder vaak en regelmatig, blijven we ons best doen u op de hoogte te houden van ons wel en wee. Bedankt voor uw betrokkenheid!

Ritje Maroamboka

Ritje Maroamboka

In week 50 gingen we voor het eerst met eigen auto naar Maroamboka. Maroamboka is het dorp waar we gaan wonen en waar bouwers druk bezig zijn met de bouw van ons huis. Dit keer gingen we niet als gezin maar is Jurgen alleen met Issa afgereisd.

Papieren

Aanvankelijk hadden we gehoopt om eerder naar het gebied af te reizen. Het op naam zetten van alle auto papieren en het verkrijgen van een Malagasy rijbewijs vereiste meer tijd dan we verwacht hadden. Inmiddels zijn de papieren binnen… alhoewel, de tijdelijke papieren. De officiële papieren zullen naar verwachting eind december klaar zijn. Het rijbewijs is een ander verhaal. Hiervoor hebben we een visum nodig welke nog minstens zes maanden geldig is. Bij aanvraag van een visum voor het nieuwe jaar krijgen we een papier waarop staat dat de aanvraag bezig is. Met dit papier kunnen we reizen maar het is niet hetzelfde als een visum. De geldigheid van het visum begint al wel te lopen vanaf de aanvraag. Met andere woorden: als het definitieve visum na bijvoorbeeld vier maanden afgeven wordt, is het nog maar acht maanden geldig. We hopen dus dat het visum spoedig afgegeven wordt zodat we het tijdelijke rijbewijs kunnen omzetten naar een definitief rijbewijs.

Meubels

De auto wordt langzaam maar zeker toegerust voor de zware omstandigheden waarin we hem gaan gebruiken. Zo hebben we een grote dakdrager laten maken door plaatselijke metaalbewerkers. Het is een enorm gevaarte (2,30 bij 1,20). We zijn er blij mee omdat we op deze manier makkelijk spullen in en uit het gebied kunnen vervoeren.

Jurgen heeft het bezoek gebruikt om, samen met Issa, een groot deel van onze meubels te brengen. Op het dak werd een zware kast met twee bijzet tafeltjes gebonden en in de auto werden acht stoelen met ons keukengerei vervoerd. Zondag elf december om 05:00 ‘s ochtends vertrokken Issa en Jurgen om vervolgens drie kwartier later al staande gehouden te worden door de politie. De vracht op het dak was geen probleem maar blijkbaar moest er een vergunning zijn voor de lading in de auto. Jurgen kreeg het voor elkaar dat de agent ter plekke een vergunning uitschreef. Met alle Juiste papieren op zak ging de reis verder.

Slechte wegen

De nationale wegen lijken soms meer op Nederlandse gatenkaas dan op een weg. Dit maakt het rijden behoorlijk intensief. Jurgen en Issa kwamen ‘s middags in Abohimahasoa aan. Daar hebben ze overnacht om vervolgens de volgende dag het tweede stuk te rijden. Vlakbij Ifanadiana raakte één van de banden lek. Gelukkig was hulp niet ver weg. Jurgen vroeg een agent om hulp en nadat deze zijn AK47 even aan de kant gezet had, hield hij een vrachtwagen staande. De chauffeur heeft toen met een plaatselijk bewoner het reservewiel onder de auto gezet… Het was niet nodig voor Jurgen om zijn handen vies te maken, zo was de mening van de chauffeur. In Ifanadiana is de band gerepareerd voor € 1,70.

Aankomst

De auto is goed te horen en dus stonden de bewoners van Sandrohy al bij de weg te wachten. Er werd enthousiast gejuicht door de kinderen en velen kwamen even de handen schudden. Na even kort bij praten werd de rit vervolgd naar Maroamboka, zo’n vijf kilometer van Sandrohy. Op deze weg werd de auto goed getest. Diepe geulen afgewisseld met keien die de steile paden, van soms 35% en meer, zeer lastig begaanbaar maken.

Eenmaal door de laatste bocht kan het huis al gezien worden. Snel werden Jurgen en Issa tegemoet gerend en begroet. De auto werd geparkeerd naast het huis van onze contactpersoon en bewonderd door de vele ‘kenners’. Het uitladen was met de vele handen in mum van tijd klaar.

 

Het huis

We waren al geïnformeerd dat het huis niet helemaal volgens de tekeningen gebouwd werd. Onze tekeningen waren veel te bescheiden. Het huis wordt veel groter zodat we, volgens de bouwer, genoeg ruimte hadden voor alle kinderen. Op de begane grond komt een slaapkamer en een gedeelde woonkamer en keuken. Er is een trap naar de eerste verdieping waar, nadat we op een overloop terecht komen, twee slaapkamers voor de kinderen komen. Buiten staat al een aparte ruimte waar we ons kunnen wassen en 15 meter verderop is een toilet gegraven. Het huis staat pal naast een waterbron met schoon water. De druk op deze bron is de meeste tijd van het jaar hoog genoeg om er eventueel een waterleiding op aan te sluiten. Dit laatste gaat de bouwer nog naar kijken. Toen Jurgen en Issa er waren was er al langere tijd geen regen gevallen. Hierdoor stond er niet of nauwelijks druk op de bron. We zullen kijken of we dit kunnen ondervangen door een grote waterton te installeren waarmee we regenwater kunnen opvangen en bewaren. Het huis is gebouwd van hout uit het nabije regenwoud. Het dak is voorzien van golfplaten en de vloer zal van cement worden. De meeste traditionele huizen hebben dat niet wat dan ook tot veel overlast zorgt als het regenseizoen losbarst. We hopen deze of volgende maand met een vriend te gaan kijken naar zonnepanelen en alle bijbehorende elektronica. Zonnepanelen is een luxe die wel meer voorkomt in het gebied. Veel mensen hebben een systeem waarmee ze bijvoorbeeld een telefoon kunnen opladen of een DVD kunnen kijken.

Bezoek

In de twee dagen dat Jurgen en Issa in Maroamboka waren hebben ze ook drie dorpen bezocht. Van twee dorpen waren de mpanjaka’s (koningen) niet aanwezig. Daar hebben we onze groeten gedaan en even met de mensen gesproken. Bij één van de dorpjes hebben we ook de beloofde groepsfoto’s af gegeven. In het laatste dorp was de mpanjaka wel aanwezig. Het was een goed weerzien. De mpanjaka deed erg zijn best om Jurgen’s officiële Malagasy te verstaan. Het werd een leuk en een ontspannen gesprek. Vooral toen Jurgen de verschillende uitspraken van de Malagasy dialecten liet horen werd er luid gelachen. De mpanjaka zei blij verrast te zijn met Jurgen’s vooruitgang in de taal.

Inmiddels zijn Jurgen en Issa, afgeladen met fruitgeschenken, weer terug in Antananarivo. De verwachting is dat Jurgen binnenkort weer naar Maroamboka zal afreizen om diverse spullen, zoals een bed en schoolmaterialen en ander huisraad, te brengen. De bouwer dacht dat we in januari onze intrek wel zouden kunnen doen.

We hebben er zin in om, na maanden van voorbereidingen, te gaan wonen onder de Tanala.