Nieuwsbrief januari 2025

Nieuwsbrief januari 2025

Lieve broeders, zusters en vrienden,

Jawel! We zijn aanbeland in een spiksplinternieuw jaar. Dat ging snel. Toch willen in deze brief nog even stilstaan bij de gebeurtenissen van vorig jaar—in het bijzonder het bezoek aan ons dorp in december.

We hadden het al een beetje laten doorschemeren op social media, maar er is zo veel moois te vertellen dat we wat meer schrijfruimte nodig hebben. Met andere woorden: Deze nieuwsbrief is lang dus gaat u er maar even goed voor zitten! Als u naar beneden scrolled vindt u alle foto’s en zelfs een paar video’s.

YES! De verscheping is aangekomen

Eind november is de verscheping van ons vertaalwerk aangekomen. De 800 kilo wegende pallet werd samen met allerlei goederen van MAF en Helimission afgeleverd in Tana. De zendelingen van deze twee organisaties hebben het van het depot opgehaald en vlak bij ons huis konden we het uit hun vrachtauto overladen in onze auto—die dan ook gelijk flink in de vering begon te zakken 😂

Eenmaal netjes gestapeld in onze garage, moesten we nog wel even geduld hebben met het openmaken. De douane wilde eerst nog een inspecteur sturen om te controleren of we geen stoute dingen in de dozen hadden gestopt. Gelukkig hoefden we niet lang te wachten en konden we de boekjes eindelijk bekijken. Ze zien er fantastisch uit! De verspreiding van Gods woord kan beginnen.

Het afdrukken en verscheping van het vertaalwerk is één grote gebedsverhoring. We hebben al eerder gemeld dat er voor ons geen kosten aan het afdrukken verbonden waren. Maar er waren nog wel wat onvoorziene kosten. Om het materiaal in de hoofdstad te krijgen hadden we nog 576 Euro nodig. Dat hebben we met u in de laatste nieuwsbrief gedeeld en binnen een week was dit ook opgelost. Wat een zegen!

Nog even voor de Kerst langs

Een trip naar ons dorp, Maroamboka, vergt altijd aardig wat voorbereiding. Zo ook deze keer. In de vorige brief hebben we vermeld dat ik (Jurgen) drie mensen zou meenemen, Tiavina, Neto, en Jonoro. Jammer genoeg moest Tiavina afhaken. De lege plaats in de auto werd gretig ingenomen door Issa.

Neto ging vooral mee om ervaring op te doen terwijl Jonoro mogelijk tot bemoediging kon zijn voor onze vrienden in het gebied. We wisten niet zo goed wat we moesten verwachten omdat de mensen in ons dorp voorheen erg terughoudend waren naar vreemdelingen. We hebben wel eens bezoek gehad toen we nog in het dorp woonden. Toen we onze vrienden wilde voorstellen aan de dorpelingen was er geen kip meer te bekennen en sommigen hadden zichzelf verstopt in hun huis.

De reis stond gepland van 16 tot 23 december. Daarvan moet je dan vier dagen rekenen voor het reizen zelf. Om het ons wat gemakkelijker te maken hebben we iemand uit het dorp, Narfelo, gevraagd om voor ons te koken.

Van de ene verbazing in de andere

Onderweg stoppen we altijd voor de nacht in Ranomafana. Dit is al redelijk dicht in de buurt en veel van de mensen in en rondom Ranomafana zijn of spreken Antanala. We hebben het vertaalwerk hier al vaak getest. Jonoro ging ‘s avond even aan de wandel en ontmoette de lokale dominee. Hij deed gelijk waar hij goed in is: contact leggen. Jonoro sprak over het werk dat wij doen. De dominee vertelde hem dat hij hier al van op de hoogte was. Hij wist dat ik al diverse keren op de markt het Evangelie gedeeld had in het dialect. De buitenlander, die zichzelf vader van Vanya noemt, was al behoorlijk bekend in het dorp. De dominee wilde mij graag ontmoeten om eens te horen hoe we elkaar kunnen helpen. Jonoro maakte de afspraak dat we op de terugweg bij hem langs zouden komen. Dat was verbazend snel geregeld!

Eenmaal aangekomen in het dorp werden we hartelijk ontvangen. De mensen waren zo blij dat Issa en ik weer thuis waren. Eén persoon dacht dat we misschien wel dood waren want normaal kwamen we veel vaker thuis. Tja, we kunnen dan wel in Tana wonen, maar volgens de mensen in ons dorp is dat niet echt waar we thuis horen.

Maar wat schetst mijn verbazing? De mensen liepen direct op Jonoro en Neto af, en begonnen gelijk gezellig met ze te praten. Ondanks dat Neto’s Malagasy beperkt was en Jonoro’s Malagasy anders klonk dan de taal in het dorp, namen de mensen uitgebreid de tijd om ook hen te verwelkomen. Niks geen angst of verlegenheid. “Nee”, zeiden de mensen, “Jonoro en Neto waren immers meegenomen door de vader van Vanya, dus die zijn gerust te vertrouwen.”

Het eerste bezoek

Ondanks de hitte hebben we onze dagen in Maroamboka goed besteed. We zijn vooral ‘s ochtends er op uit getrokken om mensen te ontmoeten.

Fanja was uiteraard de eerste bij wie we op bezoek gingen. Fanja en haar man Sylvestre waren de mensen die ons in 2016 hebben geïntroduceerd bij de mensen. We hebben altijd heel veel steun van dit echtpaar mogen ervaren.

Sylvestre en Fanja zijn zeer nauw betrokken bij de kerk van Jezus Christus op Madagaskar (FJKM). Jammer genoeg was Sylvestre niet thuis, maar dat weerhield Fanja er niet van om ons uit te nodigen voor een heerlijke maaltijd.

De grap was dat zij en Jonoro elkaar nog kenden van een bijbelschool die ze in hun jonge jaren hadden bijgewoond. De gesprekken verliepen hierdoor bijzonder vlot en afspraken waren snel gemaakt.

We hebben met haar onze plannen gedeeld om studenten van diverse Bijbelscholen naar Maroamboka te sturen. In Maroamboka zouden ze dan een stuk praktijkervaring kunnen opdoen. Ze kunnen dan leren hoe het is om in afgelegen gebieden het Evangelie te verkondigen. Fanja was enthousiast en graag bereid om te helpen waar nodig. Dat niet alleen, maar ze kent zo ongeveer iedereen en elk dorp in de omgeving. Ze is een grote bron van informatie! Fanja zal ter zijnentijd jonge christenen mobiliseren die met de studenten mee kunnen gaan om ze de weg te wijzen en om ze voor te stellen aan de mensen in de afgelegen dorpjes.

De kerk groeit gestaag

Natuurlijk zijn we ook bij de vader van Mainty en de vader en moeder van Luka op bezoek geweest. Deze broeders en zuster zijn de onderwijzers in de plaatselijke Lutherse kerk (FLM). De vader van Mainty gebruikt al heel lang de vertaalde Bijbelverhalen om nieuwe gelovigen de grote lijn van verlossing in de Bijbel te onderwijzen.

De vader van Mainty vertelde ons van alle gebeurtenissen in het gebied. De Lutherse kerk in Maroamboka is te klein geworden! Wat is er gebeurd? Het dorp Tsiombivohitra waar ik, Jurgen, jaren lang bijna wekelijks heen ging om de Bijbelverhalen te onderwijzen, kent nu een grote groep christenen. Toen ik daar voorheen kwam, werd me verteld dat er maar twee jonge mensen waren die ook in Jezus geloofden. Er werd een beetje op dit stel neer gekeken omdat ze niet meededen aan de traditionele voorouder verering. De jonge koning van het dorp snapte wel dat het Evangelie belangrijk was maar had vooralsnog geen interesse om de weg van Jezus te gaan—het zou immers betekenen dat hij dan niet langer koning mocht blijven als hij wel christen zou worden.

Om eerlijk te zijn werd ik wel eens moedeloos van het werk in Tsiombivohitra. Maar de Heer gaat door. Ergens vorig jaar leek het gezaaide zaad wortel te schieten. Eerst kwam het jonge stel op de zondagochtenden naar Maroamboka om samen met de broeders en zuster in de FLM de Heer te zoeken. Maar niet veel later namen ze nog twintig andere mensen uit Tsiombivohitra in hun kielzog mee. Eén van die mensen is de vrouw van de koning!
Het tij in Tsiombivohitra lijkt gekeerd. Het is maar een klein dorp wat betekent dat de gelovigen langzamerhand de meerderheid begint te worden. Omdat het zeven kilometer is naar Maroamboka, hebben ze nu met de leiding van de FLM afgesproken dat ze een zustergemeente gaan bouwen in Tsiombivohitra.

Maar dit dorp is niet het enige dorp waar mensen tot een levend geloof in Christus komen. De vader van Mainty wist ons te vertellen dat er plannen liggen om in nog minstens twee andere dorpen een kerk te bouwen.

Samenwerking

Toen wij in 2017 in het dorp kwamen wonen leek er nog niet zo veel spaken van samenwerking tussen de FLM en FJKM. Ondertussen lijken de christenen uit deze kerken zich dat niet meer te herinneren 😆

Dezelfde vraag als die we bij Fanja hadden neergelegd, stelden we ook aan de vader van Mainty en de vader en moeder van Luka. Zouden ze bereid zijn om studenten te helpen in hun bezoekjes aan omringende dorpen. Zo ja, zouden ze dan ook bereid zijn om dit samen met de christenen uit de FJKM op te pakken. Beidde vragen werden met een volmondige ‘ja’ beantwoord. We volgens immers dezelfde Heer! Dit is goed nieuws want het betekent dat we uit een grote vijver kunnen vissen wat betreft helpers.

De twee voorgangers

Toch wilde ik heel graag nog de FJKM-voorganger, Oliva, ontmoeten. Oliva is nog jong en zijn vrouw is recent in de hoofdstad bevallen van hun eerste dochter, Gloria. We zijn bij hem op bezoek geweest. Oliva blijkt een talenknobbel te hebben. Hij spreekt prima Engels en bleek tijdens het gesprek zonder veel problemen over te schakelen naar het Portugees zodat Neto hem ook kon verstaan.

Oliva was erg enthousiast over het vertaalwerk en wil er graag mee aan de gang. In februari gaat hij echter net even buiten ons gebied wonen. Het leven in ons gebied is erg lastig. Vooral als je een klein kindje hebt en een vrouw die nog niet hersteld is. Het dorp waar Oliva gaat wonen ligt zo’n 25 kilometer verderop een heeft direct toegang tot schoon water, elektriciteit, en een doorgaande hoofdweg naar andere grote steden. Ook in die omgeving wordt ons vertaalwerk erg gewaardeerd en wil hij het dus graag gebruiken.

De tweede voorganger die we nog gesproken hebben is onze goede vriend Doris. Doris is de voorganger van een pinkstergemeente. Zijn kerk telt nu zo’n negentig vaste bezoekers. Doris woont in Tanambao. Dit was het eerste dorp dat ik in begin 2018 begon te bezoeken. Toen Doris en zijn vrouw Alphossin daar in augustus 2018 kwamen wonen hebben we afgesproken dat ik voortaan andere dorpen zou gaan bezoeken.

Het werk van Doris en Alphossin wordt duidelijk gezegend. De negentig gelovigen zijn immers niet de enige gelovigen in Tanambao. Er is nog een groepje dat uit is geweken naar de FLM in Maroamboka. Dat is niet zo gek als je bedenkt dat de FLM éen van de meest bekende kerkgenootschappen op Madagaskar is. De FLM staat bekend als solide en betrouwbaar. De kerk (Rhema) die Doris en Alphossin hebben gesticht is wat minder bekend en dus kiezen sommige liever voor de FLM. Doris vindt het prima, zolang de mensen Jezus maar gaan volgen!

Waarom Maroamboka?

Ons dorp Maroamboka is eigenlijk maar klein als je het vergelijkt met het centrale dorp van ons gebied, Sandrohy. Zoals in het Nederlandse Noord-Holland, Schagen de gemeente is, en Burgerbrug een dorp binnen die gemeente is, zo is Maroamboka een dorp binnen de gemeente Sandrohy.

Eigenlijk is Sandrohy de centrale plek voor de kerken—het bolwerk van christenen. De voorganger van de FJKM woont daar en het kerkgebouw is er één van steen met een metalen dak. Ook is het de centrale plek van bijna alle kerkelijke festiviteiten.

Maroamboka daarentegen is de plek van de toverdokters. In en rond Maroamboka wonen en werken er zeven! Sommigen van hen zijn zo machtig dat er soms mensen helemaal uit de hoofdstad komen om hen te raadplegen. Kortom, Maroamboka was min of meer het bolwerk van de boze.

En juist in Maroamboka groeit de kerk! En het is Maroamboka waar de mensen naar toe komen om meer te horen over het Evangelie. Waarom? Geen flauw idee, maar Issa merkte op dat de Here humor heeft. Issa zei: “de boze zal wel blij geweest zijn toen wij uit Maroamboka weg gingen. Maar het is alsof God de boze uit zijn droom heeft geholpen door Maroamboka juist te gebruiken voor Zijn machtige werk”. 😎

Toch ook tegenslag

Hoewel we het liefst alleen maar ‘goed-nieuws-brieven’ zouden willen schrijven, ontkomen we niet aan het feit dat we soms ook tegenslagen ervaren.

Bezoekjes aan het dorp lijken de aantrekkingskracht op ongevallen te hebben. Eerder heeft Siemen al eens, na een valpartij, een spoedbezoek aan de tandarts moeten afleggen. Een andere keer heeft Issa een vleeswond in het zwembad opgelopen. En terwijl ik deze keer in het dorp was, heeft Katja haar sleutelbeen gebroken.

Als ik in het dorp ben proberen we elkaar dagelijks even te bellen. Dus toen Abbey me vrijdagmiddag belde, nam ik niets vermoedend de telefoon op. “Hoi pappa! Kunt u mij even wat beltegoed geven?” Toen ik haar vroeg waar ze het voor nodig had, vertelde ze me dat ze een taxi moest bellen om naar het ziekenhuis te gaan … WAT?! Dat was het moment dat Abbey besefte dat ik nog niet wist wat er gebeurd was. Abbey gaf de telefoon snel aan Katja zodat die me het hele verhaal kon vertellen. Ik hoefde niet direct terug naar huis te komen want ze wisten zelf ook wel hoe ze in het ziekenhuis moesten komen 😵‍💫

Na het weekend kwamen we weer thuis. Naast alle online adviezen zijn Katja en ik nog naar een ander ziekenhuis geweest. Het algemene advies lijkt te zijn om het niet direct te opereren. Het sleutelbeen zal vanzelf weer aan elkaar moeten groeien. Mocht er nu een blijvende immobiliteit zijn dan kan het alsnog operatief verholpen worden.

Ondertussen loopt Katja dus met een schouder die niet mee wil werken. Het doet gelukkig een stuk minder pijn dan als in de eerste twee weken, maar leuk is het niet. Gelukkig zijn we gezegend met kinderen die van wanten weten. Alle vijf helpen ze (eigenlijk zoals gebruikelijk, maar dan iets meer) in het huishouden.

We moeten wel een beetje uitkijken omdat ons motto dat je een knuffel moet voelen, nu wel wat anders uitpakt. Nu moet een knuffel heel zacht en voorzichtig gegeven worden.

Volgende reis

De volgende trip staat alweer op de agenda. Ik hoop maandag 20 januari weer af te reizen naar Maroamboka. Dit keer samen met Abbey en Siemen.

De reis is drieledig. Halverwege de heenreis zal ik aansluiten bij een Amerikaanse zendeling, Matt Espeland, die een kerk heeft gesticht op de grens van het Antanala-gebied. De bedoeling is dat ik daar ga kijken of deze mensen ook baat hebben bij ons vertaalwerk. Mocht dit het geval zijn dan kan Matt het materiaal gebruiken om op die manier de mensen in hun eigen dialect te onderwijzen.

In Maroamboka ga ik de waterleidingen rondom het huis vernieuwen met sterke flexibele leiding. De huidige (pvc) leidingen zijn compleet verweerd en scheuren bij de geringste stoot. Als we wel studenten in huis krijgen hoeven ze zich daar in ieder geval niet om te bekommeren.

Te derde heb ik met Menja afgesproken dat we weer verder gaan werken aan het boek Genesis. Genesis, met zijn 50 hoofdstukken, is een groot project en zal nog wel even duren voordat het klaar is voor de eerste proeflezingen.

Zowel Abbey, als Siemen en ik hebben er weer heel veel zin in!

Tot slot

Lieve vrienden. Een lange nieuwsbrief deze keer. Normaal proberen we het korter te houden, maar zoals u hebt kunnen lezen zou dat geen recht gedaan hebben aan alles wat er gebeurd en gezegd is.

We hopen dat u na het lezen van deze brief, net als wij, ook uitziet naar wat de toekomst gaat brengen. We kunnen plannen maken maar één ding weten we zeker: “wat de Heer van plan is, gebeurt.” (Spreuken 19:21)
We voelen ons bevoorrecht dat we zo veel steun krijgen in ons werk.

Bedankt voor uw gebed, medeleven, en ondersteuning! Samen met jullie willen we op de Heer blijven vertrouwen! Want God is goed, altijd! En altijd is God goed!
We wensen u van harte Gods zegen toe!
Katja & Jurgen
Vanya, Issa, Abbey, Dani en Siemen Hofmann

Gebeds/dankpunten:

Dankbaar zijn we, omdat:

  1. we een grote en machtige God dienen;
  2. God dagelijks toevoegt aan de gemeente;
  3. de fantastische tijd in het dorp;
  4. we zo’n goede relatie hebben met de dorpelingen;
  5. de vertaalde boekjes aangekomen zijn;

Bidt voor/dat

  1. onze financiële stand weer op peil komt;
  2. de volgende trip naar ons dorp;
  3. een volledige genezing van Katja’s sleutelbeen en schouder;
  4. het vertaalwerk bij de juiste mensen te krijgen;
  5. de plannen om studenten naar het dorp te brengen mogen lukken.

Videos

Wonderschone waterval in Nationaal Park, Ranomafana, Madagaskar.

Prediking van de Bijbelverhalen op de markt in Sandrohy.

Samen met iaban’i Velotia in gebed.

Waarom zending er toe doet

Waarom zending er toe doet

bezien vanuit seculier oogpunt 1

Introductie
Een regelmatig gehoord argument tegen zendingswerk is dat de mensen met rust gelaten moeten worden, het verstoort hun cultuur en religieus systeem. Men zou andere bevolkingsgroepen niet moeten opzadelen met voor hen vreemde geloofsovertuigingen.

Aangezien velen een bijzondere waardering hebben voor de culturele diversiteit in de wereld is dit een begrijpelijk argument. Zonder twijfel is cultuur één van de mooiste aspecten van de mensheid. De volken hebben door de geschiedenis heen ieder een eigen stijl van muziek, dans en andere tradities ontwikkeld.

Desondanks is het eerder genoemde argument niet zo vanzelfsprekend als men zou vermoeden. In dit artikel zullen we het argument nader bekijken en voorzien van het nodige commentaar. Hierbij wordt uitgegaan van een Afrikaanse plattelandssituatie. Dit wil niet zeggen dat de besproken ideeën alleen op dergelijke omstandigheden toepasbaar zijn.

Wereldbeeld
Voordat we de tegenwerpingen gaan behandelen is het goed om bekend te worden met het concept ‘wereldbeeld.’ Culturele diversiteit maakt een groot verschil in hoe men de wereld om zich heen begrijpt—hoe men ziekten, voorspoed, natuurlijke fenomenen, enzovoorts interpreteert hangt sterk af van wat men gelooft. Om te illustreren hoe iemands wereldbeeld kan verschillen van dat van een ander zullen we een paragraaf uit Burnett’s boek ‘Clash of Worlds’ citeren:

Jean La Fontaine verhaalt over een interessant voorval van een antropoloog die op de Yap Eilanden een discussie heeft met de bewoners welke geloofden dat de oorzaak van conceptie niet gevonden moest worden in seksueel contact maar in het binnentreden van de vrouw door een geest. De antropoloog haalde een voorbeeld aan van de verbetering van de lokale varkens nadat ze gekruist waren met geïmporteerde Europeaanse beren. De eilandbewoners waren bereid om dit te accepteren maar niet het idee dat seksuele relaties onder mensen konden uitmonden in een zwangerschap. Ze haalden verschillende voorbeelden aan zoals voorvallen van getrouwde vrouwen zonder kinderen en vrouwen, die onaantrekkelijk en lelijk gevonden werden door mannen en toch kinderen hadden. De discussie zorgde voor verwarring aan beide kanten totdat één van de eilandbewoners het begreep: “Aha,” zei hij tegen zijn mede-eilanders, “deze man gelooft dat mensen hetzelfde zijn als varkens.” 2

 

Implicaties
Mensen die zeggen dat het beter zou zijn om andere culturen met rust te laten vergeten meestal dat hun uitspraak voort komt uit bepaalde vooronderstellingen. Ten eerste, om te zeggen dat zendelingen een cultuur te niet zullen doen impliceert dat de betreffende cultuur geheel bevredigend is voor de mensen die er in opgegroeid zijn. En ten tweede, verwijst het naar een verouderd idee van zendingswerk waarin de cultuur verbannen wordt door zendingswerkers teneinde de wereld te verwesteren.

Bevredigend in ieder aspect?
De eerste implicatie veronderstelt in principe dat mensen uit een andere cultuur het meest tevreden zijn met hun eigen geloofssystemen en de daarnaast bestaande culturele tradities. Dit is echter niet zo voor de hand liggend als men zou willen geloven. Veel Afrikanen, in buiten-stedelijke gebieden, geven veel gewicht aan geesten en/of voorouderverering hetgeen vaak gepaard gaat met angsten. De mensen raadplegen regelmatig de zogenaamde toverdokters of medicijnmannen welke hun brood verdienen aan de angsten van hun ‘patiënten’. De oorzaak voor ziekten en ander ongeluk wordt al snel uitgelegd als straf of als vervloeking door een geest of heks. 3 Vaak is een offer nodig om de delicate balans weer te herstellen. De stelling, dat dit culturele onderdeel bevredigend is voor de betreffende mensen, gaat dus niet zonder meer op.

Zendeling van cultuur
De tweede implicatie lijkt op historische feiten gebaseerd te zijn. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat in de koloniale tijden menig (niet alle) zendeling de eigen cultuur superieur vond vergeleken met die van de doelgroep. Het christendom was in vroeger tijden niet louter een kwestie van persoonlijke overtuiging, het was verweven met elk aspect van de westerse samenleving. Dit resulteerde er in dat het brengen van het Evangelie gelijk stond aan het brengen van iemands cultuur. Deze houding is echter snel veranderd na de Verlichting. Het Westen kan nu niet meer als overheersend christelijk aangemerkt worden.

De zendelingen van vandaag begrijpen dat de moderne seculiere cultuur geen reclame is voor het christelijk geloof. 4 Met andere woorden, de westerse cultuur is niet geschikt als gereedschap om te evangeliseren, eenvoudig omdat het als zodanig geen garantie geeft voor een goed begrip van het christelijk geloof. Zendelingen zullen dus proberen om het evangelie relevant te maken binnen de cultuur van de toehoorders. Uiteraard kunnen ze geen water bij de wijn doen, maar er is niets op tegen om bepaalde aspecten van het evangelie meer te belichten. Als voorbeeld kunnen we Jezus’ offer gebruiken. In het Westen zijn we vooral geneigd om de juridische oplossing van de straf te belichten. Deze benadering zegt dat alle mensen gezondigd hebben en daarom straf verdienen—net als een dief of een geweldpleger een straf zal krijgen van de rechter. Jezus heeft die straf vrijwillig gedragen en voor hen die dat aanvaarden is de straf dus voldaan. In andere culturen zijn mensen minder bezig zijn met de juridische kant van het leven maar meer gericht op schaamte, schande en traditionele angsten voor geesten of voorouders. Hier zal Jezus’ overwinning op het kwaad eerder tot de harten spreken. Jezus had macht over demonen. Jezus werd schandelijk behandeld en naakt aan een kruis gespijkerd. Gescheiden van de Vader stierf Hij. Na drie dagen overwon Hij de dood door weer op te staan uit het graf. Deze aspecten zullen beter begrepen worden. Beide benaderingen laten waarheden van Jezus’ werk zien. Het is echter belangrijk om aansluiting te vinden in de beleving van de toehoorders om dan vervolgens in een later stadium ook de andere aspecten uit te leggen.

Seculiere winst door zendingswerk
Taal
Veelal hebben de Afrikanen op het platteland hun eigen taal en kost het hen veel moeite om te leren in de officiële landstaal. Zendelingen stellen zich vaak als doel om eerst zelf de plaatselijke taal te leren om daarna zo mogelijk de taal op schrift te stellen. Het behoeft geen uitleg dat dit een groot voordeel is voor de doelgroep. Veelal zijn er plaatselijke scholen begonnen tijdens of na dit werk. Als de mensen kunnen lezen en schrijven zijn zij beter bewapend tegen bijvoorbeeld oplichting als ze hun goederen willen in of verkopen.

Gezondheidszorg
Een ander belangrijk aspect is die van de gezondheidszorg. Schoon drinkwater, simpele oplossingen tegen ziekten en AIDS/HIV-voorlichting zijn allemaal projecten waarvan het moeilijk is om de successen in exacte cijfers weer te geven. Afgezien daarvan, zijn veel zendingsorganisaties vastbesloten om voor langere tijd te blijven. In die periode zullen ze proberen om plaatselijke mensen te trainen. Op deze manier kunnen organisaties hun kennis delen en bijgevolg worden de plaatselijke mensen minder afhankelijk.

Economie
Hoewel zendingswerk meestal begint met het verlangen om het evangelie te verspreiden gaat er vaak een enorme vooruitgang van de plaatselijke economie mee gepaard. Zendelingen vinden plaatsen met economische welvaart niet belangrijker of interessanter dan minder winstgevende locaties. Anders gezegd: zendingsorganisaties zijn vrij om te gaan waar ze willen, dit in tegenstelling tot seculiere Niet-Gouvernementele Organisaties (NGOs). Deze organisaties moeten zich vaak aan voorschriften, over waar te gaan en wat te doen, houden. 5 Bovendien, hoe goed de seculiere NGOs ook zijn in het geven van onderwijs en andere zaken, veel Afrikanen van het platteland zullen de grootste moeite hebben om hier volledig van te profiteren—veelal staan hun religieuze overtuigingen in de weg om echte veranderingen door te voeren. 6 Parris zegt er het volgende over:

“Spanning over en angst voor kwade geesten, voorouders, de natuur, het wild, de hiërarchie binnen de stam, en van alledaagse dingen zijn diep verankerd in het gehele Afrikaanse denken. Iedere man heeft én kent zijn plaats en daardoor, noem het angst of respect, drukt een groot last de individuele geest te neer, en wordt de nieuwsgierigheid belemmerd. Mensen zullen niet het initiatief nemen, en zullen de dingen niet in eigen hand nemen of hun schouders onder iets nieuws zetten.” 7

Zendelingen hebben de vrijheid om naar elke bevolkingsgroep, waar men geen toegang heeft tot onderwijs en/of gezondheidszorg, te gaan. Daarbij komt het voordeel dat Christenen niet vanuit een seculier wereldbeeld werken. Dit laatste maakt dat Christenen de religieuze aspecten effectiever tegemoet kunnen treden.

Het Christelijke geloof is sterk afhankelijk, in tegenstelling tot de Afrikaanse religies, van individuele besluiten. Het Christelijke geloof benadrukt een unieke verhouding tussen God en de mens. Christenen hebben geen menselijke bemiddelaars nodig om een relatie met God te hebben. Een Christen hoeft zich dus niet langer te onderwerpen aan een persoon of geest, wat zal resulteren in een moediger houding ten aanzien van vooruitgang. Een naturalistische en materialistische benadering van mensen met diep gewortelde religieuze tradities zal niet veel verschil maken. Het religieuze systeem zal gelijktijdig moeten veranderen. Angsten moeten aangepakt worden. De traditionele Afrikaan zal bepaalde gewoonten niet veranderen uit angst voor de mogelijke negatieve gevolgen—het is maar beter om de oude spirituele orde niet te verstoren. Daarentegen zullen zij, die het Christelijke geloof hebben aanvaard, deze angsten achter zich laten omdat ze weten dat hun nieuwe Redder overwinnaar is over al het kwaad. Parris getuigde er over dat de (Afrikaanse) Christenen die hij ontmoette “altijd anders waren. In plaats van de bekeerlingen geïntimideerd of opgesloten te hebben, heeft het geloof hen bevrijd en geholpen te ontspannen. Er was een levendigheid, een nieuwsgierigheid, een betrokkenheid met de wereld om hen heen, en een openheid in hun omgang met anderen. Dit alles leek te ontbreken in het traditionele Afrikaanse leven. Ze stonden met een rechte rug.” 8

Conclusie
Zendingswerk in Afrika gaat niet alleen om het winnen van zielen. Het heeft veel meer invloed op de veranderingen die iedereen graag in Afrika zou zien. Hoewel seculiere NGOs van grote waarde zijn, kunnen ze de diepste hartverlangens van menig Afrikaan niet bereiken. Veel buiten-stedelijke Afrikanen hebben diepgewortelde religieuze systemen waarvan het onwaarschijnlijk is dat deze veranderen door seculier onderwijs. Zendelingen zijn echter in staat om deze, vaak met angst gepaard gaande, religieuze ideeën te vervangen met een meer bevrijdende overtuiging.

Het overgrote deel van de zendelingen heeft niet de intentie—en ze zouden die ook niet moeten hebben—om de prachtige Afrikaanse cultuur te veranderen. Niettemin zijn er bepaalde aspecten binnen deze culturen die veranderd zouden moeten worden. 9 Veel Afrikanen zijn analfabeet omdat ze in hun cultuur de lees en schrijfkunst nooit eerder nodig hadden. Maar tijden veranderen en zo ook de manier van handel drijven. Een geletterd persoon zal niet snel het slachtoffer worden van oplichting. Bovendien is de lees en schrijfkunst van grote waarde in het onderwijs. Om bijvoorbeeld te lezen dat bepaalde gebruiken schadelijk zijn kan iemand helpen veranderingen door te voeren in deze (vaak cultureel geïnspireerde) gewoonten. 10

Het doet meer recht aan de zendelingen om te stellen dat zij, in plaats van een cultuur te verpesten, deze juist verrijken. Dit gaat niet alleen op voor de spirituele kant, maar ook in materialistisch opzicht. De holistische benadering heeft bewezen zeer effectief te zijn voor economische groei—en een economische groei onder de volken van het prachtige Afrika is de wens van menig westerling.

Eindnoten

  1. Seculier: ‘niet aan de religie gebonden, wereldlijk, niet tot een orde of congregatie behorend.
  2. Burnett, D., Clash of Worlds: What Christians can do in a World of Cultures in Conflict, (trans.) J. Hofmann, London: Monarch Books, 2002, p. 15.
  3. Burnett, D., World of the Spirits: A Christian Perspective on Traditional and Folk Religions, London: Monarch Books, 2000, pp.126-128.
  4. Of dat ooit het geval is geweest is een andere discussie.
  5. Maggay, M. P., ‘Justice and Approaches to Social Change,’ in (eds.) M. Hoek & J. Thacker, Micah’s Challenge: The Church’s Responsibility to the Global Poor, Colorado Springs: Paternoster, 2009, p.131.
  6. Ibid. p.123.
  7. Parris, M., As an atheist, I truly believe Africa needs God, (vertaling) J. Hofmann, Times Online, website (http://www.timesonline.co.uk/tol/comment/columnists/matthew_parris/article5400568.ece, 2008), Downloadable pdf: http://www.rootedinjesus.net/docs/Parris.pdf.
  8. Ibid.
  9. Maggay, M. P., ‘Justice and Approaches to Social Change,’ in (eds.) M. Hoek & J. Thacker, Micah’s Challenge: The Church’s Responsibility to the Global Poor, Colorado Springs: Paternoster, 2009, p.123.
  10. IZaken als gezonde voeding, vactinaties, persoonlijke hygiëne, gezinsplanning, het opvoeden van kinderen, medische zorg, verwijdering van afval en menselijke uitwerpselen enz.

Download dit artikel in pdf
Printvriendelijke versie
Lees ook Emy’s verhaal

Waarom zending er toe doet

Waarom zending er toe doet

Volgend jaar hopen we naar Zuid-Madagaskar te gaan om de Bara te dienen. De Bara zijn onbereikt met het evangelie, wat betekent dat er onvoldoende volgelingen van Jezus zijn en onvoldoende middelen om de eigen bevolkingsgroep bekend te maken met het goede nieuws. Wij willen er graag deel van zijn dat de Bara bereikt worden. Maar waarom eigenlijk?

Voor een christen is die vraag misschien makkelijk te beantwoorden. Als je zelf gelooft dat Jezus, door te sterven aan het kruis en op te staan uit de dood, heeft overwonnen over het kwaad wil je dit delen met anderen. Zulk geweldig nieuws houd je niet voor jezelf! Maar als je nu niet in Jezus gelooft: is zending dan verspilde energie?

Wij zijn ervan overtuigd dat wie het evangelie van Jezus brengt, met Hem nog veel meer geschenken mee draagt. Waar zendelingen werken, ziet men niet zelden een verbeterde levensstandaard. Soms komt dit door het werk van de zendelingen (denk aan de oprichting van scholen en ziekenhuizen, het slaan van putten e.d.) maar vaak ook van binnenuit. Door het aannemen van het geloof in Jezus ontstaat een vrijheid die er voorheen niet was. Een christen hoeft niet iedere dag de geestenwereld te raadplegen over zijn plannen. Een christen kan zijn angsten voor het vreemde en nieuwe laten varen. Hij heeft immers een God die daadwerkelijk zorgt! Investeren in zending, is ook investeren in vrijheid – een kostbaar goed. Lees hier het volledige artikel.