augustus 2017
Op vrijdagmiddag 9 juni zeiden we tegen elkaar: ‘Wat fijn dat we Anna (een collega) vanochtend hebben kunnen wegbrengen, want met deze regen komen we hier voorlopig niet weg. Er moet nu niks gebeuren.’ Die nacht werd Jurgen opgeschrikt door een zeer hevige pijn in buik en rug. Toen daar ook nog symptomen van darmobstructie bijkwamen hakten we – samen met bevriende artsen – de knoop door en hebben Jurgen per helikopter uit ons gebied laten evacuĂ«ren naar een ziekenhuis in de hoofdstad.
Een halve week later werd Jurgen uit het ziekenhuis ontslagen. De pijn en overige symptomen bleken veroorzaakt door nierstenen, waarvan de grootste operatief door de arts was verwijderd. Na een week aansterken bij een vriend kwam Jurgen, nog steeds vermoeid en wat vermagerd, weer thuis in Maroamboka. Na een paar weken was hij weer fit en had veel zin om weer aan de slag te gaan met het vertalen van bijbelverhalen in het Tanala.
Voor de vertalingen zijn we echter afhankelijk van Menja, de schoolmeester van Maroamboka. Hij spreekt zowel officieel Malagasy (wat wij in de hoofdstad hebben geleerd) als het Tanala dialect. Hij vertaalt voor ons de verhalen uit het Malagasy in het Tanala, om het daarna uitgebreid met Jurgen door te nemen op inhoud, uitspraak, begrijpelijkheid enzovoort. Net toen Jurgen beter was, had Menja het erg druk met het afronden van het schooljaar en daarna werd hij ziek.
Toen we half juli nog maar een week te gaan hadden voor vertrek naar Tana om nieuwe voorraden en papierwerk zonk de moed ons een beetje in de schoenen. Voor ons gevoel hadden we de afgelopen maanden maar weinig bereikt. Tegelijkertijd merkten we aan onze vriend Menja dat hij – hoewel redelijk hersteld van ziekte – ook neerslachtig was. Hij vertelde dat hij al 7 maanden geen loon had ontvangen en daardoor geen geld had om zijn familie te bezoeken.
Hoewel Menja daar eigenlijk niet van wilde weten, stelden we hem toen voor de rest van de verhalenset (totaal 40 verhalen!) alvast te vertalen tegen loon. Na uitgebreid praten spraken we af dat hij geen loon zou krijgen – hij doet het immers graag! – maar een kado voor ieder verhaal dat hij zou vertalen. We werden het gauw eens over de grootte van het kado. De volgende dag al had hij 15 verhalen vertaald en ingesproken op mobiele telefoon. De ochtend dat we vertrokken bracht hij nog de overige verhalen. Hij liet er geen gras over groeien! Zo gingen we heel bemoedigd van huis, met een kostbare schat van 40 bijbelverhalen in het Tanala. Nog de volgende dag is Menja vertrokken naar zijn ouders – iedereen blij en tevreden!