Op het moment van schrijven staan we op het punt te vertrekken uit de hoofdstad om weer naar
huis, naar ons dorp, te gaan. We hebben ervan genoten in Tana vrienden te zien, naar de
Engelstalige kerk te gaan en ook de diverse boodschappen zijn weer gedaan. Er zijn de afgelopen
maanden mooie ontwikkelingen geweest in ons dorp en we zien ernaar uit om daar weer aan de slag
te gaan.
Het werk in de dorpen
In augustus schreven we dat, hoewel de koning van
Tsiombivohitra en zijn vrouw gelovig zijn
geworden, dit nog weinig verschil leek uit te maken in hun dagelijks leven en in dat van de
dorpelingen. Jurgen heeft sindsdien de verhalen nog verteld aan een iets grotere groep, maar er zat
weinig organisatie achter vanuit de koning. We hadden al eerder gevraagd aan Stanis, een jonge
voorganger die pas in ons gebied is komen wonen, de zorg over Tsiombivohitra over te nemen. We
verlangen naar een verandering - naar leven - voor Tsiombivohitra. Ondanks Stanis' gebrekkige
beheersing van het dialect heeft hij ons verzoek serieus genomen en is gestart met wekelijkse
bezoeken. Iedere donderdagmiddag gaat hij, vergezeld van enkele gelovigen uit zijn dorp, naar
Tsiombivohitra om het evangelie te verkondigen. Uit gesprekken met oudere dorpelingen maken we
op dat Stanis goed wordt ontvangen en dat veel dorpelingen belangstelling hebben voor zijn
prediking. De koning zou daarnaast serieus nadenken over de praktische gevolgen van het volgen
van Jezus. We laten het werk hier - ook met het oog op ons aanstaande verlof - voorzichtig los en
vertrouwen erop dat Stanis met zijn groep nu de juiste man is voor dit werk.
Ook in
Beono zijn vorderingen. Sinds de aanschaf van de motor bezoekt Jurgen dit dorp. Net als in
Tsiombivohitra, heeft hij vooral toegang tot de koning en een kleine kring rondom hem. Deze
koning, iaban'ni Velotia, zit stevig in het zadel. In Beono kennen de mensen relatieve voorspoed:
alle kinderen gaan naar school; als de weg slecht is wordt die gerepareerd; zieken gaan niet naar een
toverdokter, maar naar een arts en de jongeren hebben respect voor de ouderen. De afgelopen
maanden had Jurgen niet alleen gesprekken met iaban'ni Velotia, maar ook met zijn volwassen
kinderen die thuis waren vanwege de grote vakantie. De zoon van de koning vertelde dat hij een
paar maanden geleden in de stad waar hij studeert tot geloof is gekomen en is gedoopt. Vol aandacht
luisterde ook hij naar de verhalen. Vlak voor onze reis naar Tana was er een blijde verrassing:
iaban'ni Velotia is ook gaan geloven! Hij had het er met zijn zoon over gehad en die bevestigde zijn
vader dat de verhalen waar waren. Voortaan zal de koning - met zijn gezin - Jezus volgen.
De komende maanden hopen we de bijbelverhalen in Beono te vertellen in een grotere vergadering
en niet voornamelijk aan de koning en de president van het dorp. We verwachten daar meer van dan
in Tsiombivohitra, omdat de koning duidelijk het gezag heeft in het dorp: wat hij zegt gebeurt.
Vertaalwerk en verder...
Het leeuwendeel van Jurgens tijd zit momenteel in vertaalwerk. Jurgen heeft goede hoop dat het
evangelie van Lukas voor of tijdens ons verlof kan worden afgerond, zodat het na ons verlof kan
worden gebruikt voor prediking. Menja, onze vertaler, heeft Lukas Tanala doen spreken; Jurgen
kijkt het werk kritisch na op vertaalkeuzes en op theologische inhoud terwijl hij het geheel
digitaliseert. Menja legt intussen de laatste hand aan het boek Handelingen als logisch vervolg op
Lukas.
Het bezoek aan Tsiombivohitra kent wèl een nieuwe ontwikkeling. Eerst waren het alleen de koning en zijn vrouw die naar de verhalen luisterden, maar nu is afgesproken dat Jurgen de verhalen nog een keer vertelt aan iedereen in het dorp. Jurgen heeft contact gelegd met een voorganger van een centraal dorp vlak bij Tsiombivohitra. De voorganger is kersvers in ons gebied en spreekt het lokale dialect nog niet. De hoop is dat we te zijner tijd kunnen komen tot een goede samenwerking en dat het werk in Tsiombivohitra aan hem en zijn gemeente kan worden overgedragen.
Nu is het mooi dat er bijbelverhalen en zelfs bijbelboeken beschikbaar komen in het Tanala, maar
de 'waren aan de man brengen' heeft nog heel wat voeten in de aarde. De mensen genieten duidelijk
van de verhalen en prijzen de duidelijkheid van de boodschap, maar de voorgangers met wie we totnog toe werken houden vooralsnog vast aan hun 'zeepkistjesmethode' van rechtstreeks preken uit de
inmiddels fors verouderde bijbel in het standaard Malagasy. Dit is begrijpelijk, omdat dat is wat hen
is geleerd en vanwege hun eigen verlegenheid met het dialect. Hoewel zowel Doris als Stanis weten
dat er geen volledig begrip is van hun boodschap houden ze toch vast aan wat zijzelf kennen.
Bemoedigend is wel dat Doris' vrouw Alphossine en haar vriendin uit Tanambao zijn begonnen met
het gebruiken van de verhalenset bij hun evangelisatiewerk, zij het maar deels in het dialect.
U kunt onze materialen downloaden en bekijken via onze website:
https://www.jurgenenkatja.nl/downloads
Na ons verlof hopen we meer ingangen te vinden voor het gebruik van de Tanala-materialen. We
hebben met onze leidinggevenden gesproken en mogelijk is het haalbaar om een gemengd team van
Malagasy en buitenlanders naar ons gebied te halen voor een 4 maanden durend programma van
training en evangelisatie. De bijbelverhalen kunnen door dit team worden ingezet als één van
meerdere methoden om de Tanala te bereiken. We hebben een Malagasy vriend uit Tana gevraagd
na te denken dit team met ons te leiden. Hij is zowel bedreven in Malagasy - waaronder een verwant dialect - en Engels. Ook heeft hij een goed
Bijbels fundament.
Ons gezin
Als gezin gaat het ons goed. Ons nieuwe ritme van 3 maal per jaar naar de hoofdstad om
boodschappen en bemoediging werkt, al moeten we eerlijk zeggen dat de meesten van ons moeite
hebben met het vele en verre reizen. Ons half-nomadisch bestaan vergt de nodige energie en
flexibiliteit. En als je dan na een paar weken Tana met Engelstalige kerk, jeugdclub, georganiseerde
sport en Engelssprekende vrienden - om nog maar te zwijgen over stromend water, supermarkten,
garages, artsen en apotheken - weer terug naar het platteland reist, laat je wel wat achter.
Het ouder worden van de kinderen is ook een uitdaging: we hebben hen iets meer eigen ruimte
proberen te geven door voor Vanya (15) en Issa (13) een kruipzolder te timmeren. Dat is direct
onder het miniem geïsoleerde aluminiumplaten dak, dus we zullen zien hoe ze het dit warme
regenseizoen uithouden daarboven. Siemen (4) slaapt nog steeds bij ons in de ouderslaapkamer,
maar we hopen boven voor Abbey (11), Dani (8) en Siemen binnenkort een stapelbed te realiseren
op de verdieping zodat alle kinderen dan een eigen slaapplaats hebben.
Het leren verloopt prima: Vanya is begonnen aan de bovenbouw van de middelbare school en dat
betekent ook een aantal nieuwe vakken, waaronder boekhouden en psychologie. Issa zit nu 6 weken
in de brugklas en heeft de overgang goed gemaakt. De dikke boeken waren wel even
indrukwekkend, maar we hebben er vertrouwen in. Abbey rondt dit jaar de basisschoolstof af,
terwijl ze al wat middelbare schoolvakken vrijwillig op zich genomen heeft, waaronder Duits. Dani
geniet ervan dat hij nog veel tijd heeft om te spelen, al zou hij graag al Engels willen leren lezen -
dan kan hij net als zijn broer en zussen stoere boeken lezen als The Hobbit en The Lord of the Rings
;-)! Siemen kan dan natuurlijk niet achterblijven, dus hij leert als hij er zelf om vraagt uit een
werkboek over tegenstellingen (onder - boven, wijd - smal, veel - weinig, etc.). We zijn lekker
bezig.
Ook groeien we nog steeds in de gemeenschap van ons dorp. We hebben goede relaties met onze
directe buren, maar ook nemen we steeds meer deel aan het dorpsleven en -politiek: zo wordt
Jurgen uitgenodigd voor dorpsvergaderingen en brengt Katja 's ochtends en 's avonds een kop rijst
naar het dorpshuis als daar gerouwd wordt om een dode - en dat is helaas vaak het geval. We blijven
ons intensief bemoeien met de reparatie van de pompen, die naar verluidt allemaal rijkelijk moeten
stromen als we eind deze week weer thuiskomen (niet lachen!). Regelmatig weten buren ons te
vinden voor een gift en een krediet als doktersbezoek nodig is; we werken aan de weg en sprekenons uit tegen de uitbuiting door de (tover)dokters, de illegale verkoop van sterke drank en de luiheid
t.a.v. het wegonderhoud en de bouw van de dorpsschool (de kinderen uit Maroamboka gaan al
anderhalf jaar niet naar school). We houden veel van onze buren en ons dorp. Wat willen we graag
dat het licht van Jezus daar meer gaat schijnen!
Op verlof
De tickets voor ons verlof naar Nederland zijn geboekt: op 29 februari maken we de grote oversteek
en op 5 juli vliegen we weer terug. Als gezin hebben we al plannen gemaakt voor onze tijd in
Nederland: we zien niet alleen uit naar oerhollandse kost, maar ook willen we graag eens naar het
theater en museum. Natuurlijk gaan we ook genieten van het weerzien met geliefde mensen en
plekken. Tijdens het schrijven van deze brief kregen we het goede nieuws dat er een geschikte
woning in Julianadorp is gevonden. We zijn hier heel blij mee! Zo dankbaar voor onze lieve
vrienden die zich hiervoor hebben ingezet. Ook weten we ons voor de volle 4 maanden verzekerd
van een huurauto via Stichting Hand, een organisatie in Zuid Holland die zendelingen in praktische
zin ondersteunt.
Onze auto op Madagaskar heeft tijdens ons verlof al wel een logeeradres: de garage. Het koetswerk
onder de auto is slecht geworden en rondom zijn er veel roestplekken. De voorbumper zit nog maar
miniem vast en de brandstoftank moet opnieuw worden gerepareerd. Onze auto is oud (1999) en
daarbij komt dat het rijden op Malagasy wegen slecht is voor auto's, ongeacht makelij. Zelfs de
staat van de provinciale wegen is slecht met vele diepe gaten in het wegdek. Er moet aardig wat
gelast worden en uiteindelijk wordt de auto overgespoten als noodzakelijke beschermingslaag. We
vroegen aan de garagehouder of de auto al die reparaties wel waard is en zijn antwoord was een
ondubbelzinnig ja! ́. Vooral het feit dat onze auto mechanisch is en daardoor veel problemen onderweg op te lossen
zijn zonder uitleesapparatuur maakt de auto waardevol in onze situatie. Het arbeidsloon is hier
gelukkig niet de grootste kostenpost, maar de onderdelen zijn duurder dan in Europa. We hebben
nog geen offerte, maar we verwachten dat we meer dan 1.000 euro aan kosten moeten maken.
Vandaar dat we nogmaals vragen om, als u iets extra's kunt missen, ons autofonds te overwegen. En
bedankt aan diegenen die al aan ons hebben gedacht!
U kunt uw gift overmaken naar:
'AIM International' te Wageningen
IBAN: NL91 RABO 01 55 6 57 712
O.v.v. : Project Zendingswerk Madagaskar – auto.
Voor meer informatie:
https://www.jurgenenkatja.nl/geven/
Het geld in het autofonds gebruiken we tevens voor onderhoud van de motor, maar afgezien van nieuwe banden verwachten we geen grote kosten.
Nog even... en wellicht zien we elkaar! Tot dan.
Veel liefs van de familie Hofmann
Wilt u ons tussendoor volgen?
Blijf op de hoogte via
Facebook.
Of via onze blog:
https://www.jurgenenkatja.nl/category/blog/.
We plaatsen daar regelmatig onze grote en kleine belevenissen.
P.s.: De laatste keer dat we op verlof waren zijn we diverse keren uitgenodigd om een presentatie te geven. Soms werd de presentatie gecombineerd met het leiden van een zondagochtenddienst of het geven van een woordverkondiging. Ook deze keer komen we graag langs om te vertellen over ons werk en wat de Heer onder de Tanala doet. Als u of uw gemeente ons graag wil ontvangen dan kunt u dat via onze contactpagina laten weten. We raden u aan niet te lang te wachten: vier maanden zijn zomaar voorbij en volgepland. Dus voor de agenda: van maart t/m juni 2020 zijn we in Nederland.
Copyright © 2019 jurgenenkatja.nl. All rights reserved.