Wat leuk dat u onze nieuwsbrief leest! We vinden het erg fijn om in contact te
blijven met familie, vrienden en bekenden in Nederland en elders. Te weten
dat we deel uitmaken van een groter geheel geeft ons moed als het leven en
werken hier soms lastig zijn. De afgelopen maanden waren soms lastig, maar
er waren ook hoogtepunten.
Bezoek aan de dorpen: de stand van zaken
Al vrij snel na ons verlof is Jurgen begonnen met het bezoeken van enkele van
de dorpen waar we contact mee hadden. Op 8 en 10 mei bezocht hij
Tsiombivohitra en maakte hij de afspraak elke donderdagochtend langs te
komen om Bijbelverhalen te vertellen. Dit ging prima. De mensen – hoewel in
wisselende samenstelling – reageerden over het algemeen enthousiast en
waren leergierig. Ze verwonderden zich over de verhalen en de platen die erbij
horen. Ze zagen dieren die ze niet kenden en het concept van een enorm
heelal bleef hen verbazen. En dan het beginnende besef dat de Schepper van
dat alles oog heeft voor ieder mens, hen inclusief! Op 14 juni zat het grote
huis van de koning van het dorp zelfs stampvol.
En toen ineens ...bleven de mensen weg. Op 21 juni was enkel de koning er.
Jurgen en hij aten samen, wat een goed teken is omdat het de onderlinge
band vestigt en versterkt. Zonder blikken of blozen dronk Jurgen uit dezelfde
kom, het aanbod van vriendschap aanvaardend. De week erop: niemand. Een
andere keer was er een enkele vrouw, Jeanina, die gretig luisterde. Anders
was ze er niet bij omdat ze vanwege haar levensverhaal niet volledig werd
geaccepteerd in het dorp. Een volgend bezoek nam Jurgen de tijd voor een
koeherder langs de weg met het verhaal over de herders die als eersten
hoorden dat de Redder was geboren. Zo greep Jurgen iedere gelegenheid aan
om het goede nieuws te vertellen. Maar toch: waar waren nu de bewoners van
Tsiombivohitra?
Het antwoord: naar de markt.
In gesprekken met de enkelingen die in het dorp waren achtergebleven
probeerde Jurgen uit te leggen dat Bijbelverhalen niet zomaar verhalen zijn,
maar een boodschap van God voor hen. Toch veranderde er niets. We
bespraken de situatie eens met mensen uit ons dorp. Die leken het heel
normaal te vinden dat de mensen naar de markt waren en niet thuis bleven
voor de verhalen. Veel wijzer werden we er niet van totdat we Prisca, ons
overbuurmeisje, ernaar vroegen. Wij vroegen haar hoe het zat met die markt.
Wat is daar nu zo bijzonder aan dat andere zaken daarvoor moeten wijken?
Prisca legde uit dat het voor de mensen op het platteland heel belangrijk is
om de markt te bezoeken. Zolang er koffiebonen worden geoogst, is er markt
en daar ga je heen. Ook als je niets verkoopt of koopt. Het is een sociale
aangelegenheid waar je bij moet zijn. ‘Het is goed voor de mensen,’ zei Prisca.
Helemaal begrijpen doen we het nog steeds niet, maar we snappen: de markt
is hier een onlosmakelijk deel van de cultuur.
Inmiddels is de markt voorbij en wil Jurgen de verhalenreeks voortzetten. We
zijn heel benieuwd hoe dat zal gaan. Toen in juni de markt begon was in
Tsiombivohitra Jezus net geboren. Wordt vervolgd dus ...
Op dinsdag pleegt Jurgen 2 andere dorpen te bezoeken: Tanambao en
Ambohitsara. Jurgen heeft er veel goede contacten, maar de bezoeken
kennen geen vaste structuur. Er is niet een huis waar hij wordt ontvangen of
zelfs maar een bepaalde plaats. Het hangt er helemaal vanaf wie er is. Om
eerlijk te zijn vroegen we ons bij tijd en wijle wel eens af of de mensen wel
echt geïnteresseerd waren of enkel beleefd.
Wat is het dan handig een overbuurvrouw te hebben die overal contacten
heeft! Ze vertelde ons vorige maand dat de mensen van genoemde dorpen blij
zijn met de verhalen omdat hen nu eindelijk duidelijk wordt wat er in de Bijbel
staat. Wat bleek? De enkelingen en groepjes mensen die de verhalen horen,
vertellen die weer door aan anderen en zo gaat het goede nieuws toch als een
lopend vuurtje door beide dorpen. Het maakt dus niet uit wie Jurgen spreekt.
Of het nu een koning is, een groepje kinderen, bouwvakkers, wegwerkers, een
leraar of een echtpaar in hun woning: de verhalen over Gods plan met de
mensen overschrijdt de grenzen van taal en cultuur.
Kort geleden heeft Jurgen Doris en zijn vrouw
Alphossin kennen. Dit is een jong, pasgetrouwd
stel, dat pas in Tanambao is komen wonen. Zij
zijn christenen en weten zich geroepen naar dit
dorp als getuigen van Jezus. Ze wonen nu een
paar maanden in Tanambao en Doris doet erg
zijn best de bijbel te openen met de mensen,
ondanks dat hij het dialect nog aan het leren is.
Wat zijn we blij met hun komst! Doris heeft
gevraagd om, als de Bijbelverhalenset in druk
klaar is een exemplaar te mogen ontvangen
met de audiobestanden die erbij horen. Op
termijn hoopt Jurgen het evangelisatiewerk in
Tanambao en de dorpen eromheen aan hem en
het kleine kerkje waar hij deel van is te kunnen
overlaten.
Anderhalf jaar Maroamboka
Deze maand wonen we hier (afgezien van ons verlof) alweer anderhalf jaar.
Wat vinden we er tot nu toe van? Hoe gaat het en wat doen we zoal? We laten
iedereen zelf aan het woord:
Foto van de AIM zendings kinderen tijdens de jaarlijkse Unit Retreat.
|
Siemen (3)
‘Maroamboka is mooi. Ik
speel spelletjes en ik houd
van krijten. Ik slaap in mijn
bed, maar ik wil graag bij de
meisjes en Issa en Dani
slapen.’
Dani (7)
Ik vind het saai in het dorp, omdat daar geen speciale
dingen zijn en ik geen vrienden meer heb. Je kunt
er niet echt even alleen zijn, want mensen beginnen
“Dani Dani!” te schreeuwen. Ik speel spelletjes en slapen slapen slapen en eten eten eten. En de rest van de
tijd bessen plukken. Ik koop graag snoepjes in Sylvesters winkel. Ik vind het niet
saai in huis. Ik leer schrijven. Ik vind het heel erg leuk dat het lychee-seizoen is. Ik
kijk ernaar uit weer een berg te beklimmen.’
Abbey (10)
‘Ik vind het leuk, mooi en gezellig in Maroamboka. Ik heb leuke vrienden en het
dansen en dat je bessen kunt plukken en dat de lychees hier niets kosten. De
mensen zijn hier heel gastvrij: je kunt hier zomaar bij iemand eten en ze helpen je
met klusjes.’
Issa (12)
Ik vind het mooi en moeilijk in Maroamboka: ik heb geen vrienden, maar de
natuur is heel mooi. Je kan er voetbal spelen en jagen met een katapult en vissen.
Door de week moet ik school doen, maar in het weekend ga ik het bos in. In de
vakantie ook.’
Vanya (14)
Ik vind het hier heel mooi. We hebben veel lekker fruit. Als je buiten wilt spelen
heb je genoeg ruimte. In mijn vrije tijd speel ik spelletjes als hinkelen en touwtje
springen met mijn vriendinnen. Ik wandel met Siemen en Abbey. De laatste tijd
speel ik veel kaartspelletjes met het gezin. We hebben veel goede boeken. Soms
is het moeilijk anders te zijn dan de andere mensen en dat je ze niet zo goed kunt
verstaan, maar mijn vriendinnen helpen me wel. In het weekend kan ik via
WhatsApp en e-mail contact houden met vrienden en familie. Als ik in Tana ben
schrijf ik ook brieven. Ik ben heel blij dat mijn kat Poekie binnenkort weer kittens
krijgt.’
Katja
‘Wonen in Maroamboka is prachtig en zwaar tegelijk. De mooie groene heuvels
zijn een genot om te zien als je wakker wordt en het is fijn te leven naar het ritme
van de zon: vroeg uit de veren en ook op tijd naar bed. Het leven kent hier aan de
andere kant veel onzekerheden: vooral wat betreft de watervoorziening. Dit
zorgt voor spanning als de pompen het weer niet doen en regen uitblijft. Het
trage internet is ook lastig wat betreft de scholing van de kinderen en het
contact houden met mensen elders. Langzamerhand krijg ik hier steeds meer
leuke contacten. Het dialect blijft moeilijk voor mij. De officiële taal spreek ik
goed, maar die taal hier ... Mijn dagen zijn gevuld met de zorg voor het
huishouden en het onderwijs aan de kinderen. ‘s Morgens vroeg ga ik graag
alleen wandelen terwijl Jurgen het ontbijt maakt. Ik mag graag tuinieren en
lezen, een spelletje doen of een bezoekje brengen aan iemand in het dorp.
Doordat alles langer duurt dan in Nederland zijn de dagen gauw voorbij. Ik vind
het bijzonder deel uit te maken van Gods verhaal met de Tanala. Er
gebeuren mooie dingen hier.’
Jurgen
Maroamboka is ‘thuis’. We wonen in een mooi gebied met vriendelijke mensen.
Naast mijn werk geniet ik van de eenden en kippen die we hebben. Het gekke is
dat ik eigenlijk altijd wel aan het werk ben. De greppels rondom het huis schoon
houden, lekkages in huis oplossen, struikgewas aanplanten en bijhouden... Het is
heerlijk om ‘s avonds op bed te liggen en de te luisteren naar de insecten en
kikkers die zich luidruchtig laten horen. Ik heb leuke contacten met de mensen in
het dorp(en). Het is een uitdaging om goede gesprekken te hebben maar de
mensen helpen me graag met de taal. Ik moet er voor waken om niet geërgerd of
gefrustreerd te raken van de langzame manier van werken. Een groot dorp verderop zit bijvoorbeeld al maanden zonder schoon water omdat
er een pijp gebroken is... Tja, wie gaat die 25 Euro betalen? Ik snap maar niet dat
800 mensen liever vervuild water drinken dan gezamenlijk tot een oplossing
komen, aaahhhh! Dat we hier zitten met het hele gezin is heerlijk en helpt me om
niet te verdwalen in allerlei beslommeringen. De kinderen helpen graag met mijn
werk en dat is super gezellig. Katja is heel creatief ook wat betreft eten (niet
geheel onbelangrijk voor mij), vooral als de voorraad groente klein wordt. Ja, ik
geniet ontzettend van mijn gezin en het leven hier.’
Wilt u de kinderen ook in beeld zien? Tijdens de jaarlijkse conferentie van AIM
Madagaskar in oktober heeft een collega een korte film gemaakt van alle
kinderen en hun indrukken, pieken en dalen op Madagaskar. U kunt hem hier
bekijken:
https://youtu.be/3D7DrcQ1d5U
Vroem vroemmm!
Bedankt, bedankt, bedankt! We zijn ontzettend blij met alle giften die we
ontvangen hebben voor ons werk en met name voor de auto. We hebben
bijdragen gekregen klein en groot, van jong en oud. Na 2 jaren is onze auto nu
netjes onderhouden, afgezien van wat laswerk. Met het nieuwe dashboard
kunnen we zelfs zien hoeveel diesel er nog in de tank zit!
In augustus schreven we dat we er nog niet uit waren of we voor onze
veiligheid een sperdifferentieel zouden laten plaatsen onder de auto of een
motor zouden kopen. We hebben overleg gehad met mensen hier, met ons
thuisfrontcomité en een aantal mensen die al gegeven hadden voor een
sperdifferentieel. We kregen steeds meer de indruk dat een motor een betere
keus zou zijn, ook voor het bezoeken van de dorpen. Er zijn dorpen die nog
verder liggen dan Tsiombivohitra (7 km enkele reis) en die wachten op de
Bijbelverhalen. Een van die dorpen is Beono, op meer dan 10 km van ons huis.
Tja, om dat wekelijks in de brandende zon te lopen ... Een leuke bevestiging in
de richting van aanschaf van een motor is dat Jurgen bij zijn Malagasy
autorijbewijs in maart ook meteen een motorrijbewijs heeft gekregen hoewel
hij geen Nederlands motorrijbewijs heeft.
Het is dus een motor geworden.
We vonden in de hoofdstad vorige
maand bij een motorzaak een
tweedehands tweetakt 125 cc KTM
enduro-motor. Dat is een sterke
motor die zowel op de gewone weg
als off-road kan rijden. De motor is
vrij licht (100 kg) en kan op de
dakdrager van de auto vervoerd
worden mocht dat nodig zijn.
Jurgen kan de motor grotendeels
zelf onderhouden. Ideaal! We zijn
echt heel erg blij. Na aanschaf
hebben we in ons autofonds zelfs nog een bescheiden bedrag over voor
onderhoud en onvoorziene uitgaven.
Op het moment van schrijven zijn we net terug – met motor - uit de
hoofdstad. Gevoelsmatig beginnen we aan een nieuw hoofdstuk, waarin
Jurgen meer kan met zijn tijd en een groter bereik heeft dan lopend. We
zien vol verwachting uit naar wat komen gaat. U ook?
Blijf op de hoogte:
Facebook.
We plaatsen daar regelmatig onze grote en kleine belevenissen.
Hartelijke groeten van Jurgen & Katja Hofmann
Vanya, Issa, Abbey, Dani & Siemen Hofmann